"Een beeld vertelt het verhaal van meer dan 1000 woorden | Dutch Creator Fotografie"

Wees Creatief

Deze 10 tips voor de beginnende fotografen helpen jou goed op weg

Breng jouw fotografie naar een volgend niveau, met deze 10 tips voor beginnende fotografen. En eigenlijk zijn deze tips ook de gevorderde fotograaf want niet elke fotograaf hanteert ze standaard.

Tip 1. Gebruik de regel van derden

We trappen de 10 tips voor beginnende fotografen af met de regel van derden want deze helpt jouw om opvallende foto’s te maken met behulp van de meeste effectieve compositieregel die er is.

Als je foto’s wilt maken met een wauw-factor, dan is de regel van derden het geheim van de fotograaf. Een goede compositie maak je dus met de regel van derden. Joshua Cripps legt het in het onderstaande Youtube filmpje prima uit.

The Rule of Thirds – Improve Your Photography Composition – Joshua Cripps Photography

Om van de regel van derden gebruik te maken, stel je jezelf 4 lijnen voor, twee horizontale en twee verticale lijnen. Hierdoor ontstaan 9 gelijke vakken (ze de eerste afbeelding). Op de kruisende delen dus waar de lijnen samen komen kun je het beste je onderwerp plaatsen. Op die manier krijg je over het algemeen een goed compositie van jouw onderwerp op je foto.

Tip 2. Probeer cameratrillingen te vermijden

Cameratrillingen is iets dat je als fotograaf eigenlijk altijd probeert te voorkomen, tenzij het creatief bedoelt is.

Je moet leren correct je camera van te leren houden; gebruik beide handen, één rond het lichaam en één rond de lens en houdt de camera dichtbij je lichaam voor extra ondersteuning.

I’ve Been Holding My Camera Wrong? – Irene Rudnyk

Tip 3. Leer de belichtingsdriehoek te gebruiken als beginnende fotograaf

De belichtingsdriehoek zal in eerste instantie als beginnende fotograaf je vijand zijn in plaats van je vriend, dit omdat veel mensen er in het begin moeite mee hebben. Maar geef niet op want uiteindelijk zal je zien hoe makkelijk het eigenlijk is. Om je foto’s er goed uit te laten zien moet je de drie basisprincipes onder de knie zien te krijgen. Probeer de basisbegrippen; Diafragma, sluitertijden en ISO zo goed mogelijk te leren en te begrijpen.

Als je diafragma aanpast moet je namelijk de sluitertijd aanpassen en als je de sluitertijd aanpast het diafragma? Of misschien moet je wel de ISO waarde aanpassen? Als jij de relatie tussen deze basisbegrippen begrijpt ben je al een heel eind op weg om een fotograaf te worden. Gelukkig legt Tony Northrup het goed uit.

Aperture, Shutter Speed & ISO – Tony & Chelsea Northrup

Mijn advies is in ieder geval -> Probeer de auto stand waarmee je camera uit de fabriek komt rollen en waar hij in staat als je hem uit de winkel haalt, gelijk te laten voor wat het is. Met de auto stand wordt je namelijk geen goede of creatieve fotograaf.

Tip 4. Maak gebruik van filters voor op je lenzen

Je hebt al bakken met geld uitgegeven aan je camera. Maar als je wat geld over hebt al is het maar voor één filter, koop er dan één! Ik wil je dan wel adviseren om een polarisatiefilter te kopen, want die is heel gaaf!

Een polarisatiefilter helpt om reflecties van het water te voorkomen (net magie), maar ook van metaal of glas. Het verbeterd de kleuren van de lucht en van de bladeren van de bomen. Het geeft je foto net die extra dimensie. Hoe cool is dat?

Why You Need These! Polarizers and ND Filters for Beginners – Evan Ranft

Tip 5. Bij het fotograferen heb jij in de hand hoe je een gevoel van diepte creëert

Landschappen fotograferen is een schitterende tak van fotografie. Sommige landschapsfotografen vergeten nog weleens voor de kijker een gevoel van diepte te creëren. Waarom is dat belangrijk? Een gevoel van diepte geeft het gevoel dat de kijker zelf op de desbetreffende plek aanwezig was of is, de plek komt tot leven.

Om een gevoel van diepte te creëren kun je gebruik maken van een groothoeklens, dit geeft een breder zichtveld in je foto. Een klein diafragma bijvoorbeeld f16 of kleiner kun je hanteren om de voor- en achtergrond haarscherp te krijgen. En nu komt het laatste trucje, zorg dat je daadwerkelijk ook echt een voorgrond en achtergrond hebt. Je kunt bijvoorbeeld een persoon of ander onderwerp op de voorgrond plaatsen en met het weidse landschap op de achtergrond in je foto creëer je dus echt een gevoel van diepte.

Tip 6. Maak gebruik van simpele achtergronden, niet alles hoeft moeilijk te zijn

Hoewel we vaak geneigd zijn moeilijk na te denken over van alles en nog wat. Het aard van het beestje tenslotte! In het vak van fotografie is het vaak beter en vooral gewenst om simpel en creatief te blijven nadenken. Niet elke achtergrond hoeft er supergaaf uit te zien, althans niet op het eerste zicht.

Je kunt kiezen voor simpele achtergronden met leuke kleuren en de achtergrond op de foto wazig te maken, zodat alleen je onderwerp scherp is. Op deze manier krijg je een onderwerp dat echt van de achtergrond afspat zonder afleidende delen in een foto.

Tip 7. Laat je flitser achterwege, gebruik hem niet

Eigenlijk is dit een beetje een gemene, want natuurlijk kan je je flitser gebruiken maar als je niet begrijpt hoe het werkt en hoe je ermee om moet gaan, dan kun je hem beter niet gebruiken. Want je flitser kan alleen maar je foto verpesten in plaats van verbeteren, als je hem verkeerd gebruikt.

Het licht van een flitser kan er hard en onnatuurlijk uitzien, vooral bij portretten binnenshuis. Als jij niet weet hoe je moet flitsen kun je beter je diafragma getal verhogen naar f2.8, f1.8 of f1.2, zodat je meer licht in je lens toelaat. Of als het echt niet anders kan je ISO waarde omhoog schroeven naar bijvoorbeeld 800 ISO of 1600 ISO, zodat je camera lichtgevoeliger wordt. Hiermee blijft je foto de natuurlijke uitstraling houden. Ook kun je gebruik maken van een statief om verder in de sluitertijd te kunnen zakken.

Tip 8. Stel je ISO waarde op de juiste manier in

De ISO waarde bepaalt hoe gevoelig de camera is voor licht. Een nadeel van een hogere ISO waarde is dat je meer ruis op je foto veroorzaakt. Anders dan creatief bedoeld wil je dit eigenlijk als fotograaf altijd voorkomen.

Bij portretfotografie zul je misschien je iso moeten aanpassen

Als jij een portret foto wilt maken bij weinig licht zal je een bepaalde sluitertijd moeten hanteren om geen beweging in je foto te zien. Je zult dus de snelheid van je sluitertijd moeten fixeren op een snelheid die gelijk is aan de lengte van je lens op dat moment. Dat is een beetje de stelregel binnen fotografie. De lengte van je lens is bepalend hoe snel jij je sluitertijd afstelt. Met de elektronische stabilisatie in je camera of lens kun jij je sluitertijd nog iets laten zakken, maar we gaan uit van deze stelregel.

Dus maak je gebruik van een 50 mm lens, dan zal je bij een niet bewegend (of minimaal bewegend) onderwerp een minimale sluitertijd moeten hebben 1/50 sec. Je zult dus in plaats van je sluitertijd, de ISO waarde omhoog moeten zetten.

Maar bij landschapsfotografie hoef je je ISO waarde misschien niet bij te stellen

Bij landschapsfotografie maken we bijna altijd gebruik van een statief, zeker als wij dit ook nog eens in de avonduren doen. Het voordeel van het gebruiken van een statief is dat je veel langere sluitertijden kunt gebruiken. Je bent namelijk niet afhankelijk van de cameratrillingen. Let wel op, dat je een goed, stabiel en stevig statief gebruikt en maak ook gebruik van een afstandsbediening of de zelf-timer van je camera.

Omdat je gebruik maakt van langere sluitertijden, hoef je ook niet snel de ISO waarde omhoog te schroeven. Je kunt namelijk doordat je camera op een statief staat sluitertijden gebruiken van 30 sec. of langer (Bulb-modus).

Tip 9. De snelheid om je heen vastleggen met panning

Ik hoor je nu denken, wat is panning nou weer? Panning is simpel gezegd het meebewegen met je onderwerp. Dus je beweegt met je camera mee als een onderwerp voorbij komt, doordat je sluitertijd niet hoog genoeg is voor de snelheid, zal de achtergrond een snelheidseffect hebben en het onderwerp een zekere mate van scherpte.

Gavin Hoey van Adorama TV legt dit prima uit in het onderstaande filmpje.

Panning in Amsterdam – Gavin Hoey

Tip 10. Experimenteer, experimenteer en nog eens experimenteer. Wees creatief met deze ’10 tips voor beginnende fotografen’.

We sluiten deze 10 tips voor beginnende fotografen af met; wees vooral niet bang voor je camera, leer er mee te spelen, speel met sluitertijden, diafragma of ISO. Door te ontdekken hoe alles werkt zul je je camera op den duur beter leren begrijpen.

Leer te experimenteren met deze basisbegrippen want hiermee kun je hele gave effecten creëren in je foto’s. Als je lange sluitertijden gebruikt kun je in donkere omgevingen lichtsporen in je foto creëren. Dit kun je zowel op een statief als vanuit de hand proberen. Het leuke van fotografie is dat alles kan en alles mag, dat maakt het ook zo’n creatief vak.

Vond jij deze ’10 tips voor de beginnende fotografen’ leuk om te lezen? Kijk dan ook eens bij mijn andere blogs.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks fotografie tips